-
1 optekenen
1 [te boek stellen] write/note/take down ⇒ make a note of♦voorbeelden: -
2 boek
1 book♦voorbeelden:het boek Gods, het Boek (der Boeken) • the (Good) Bookeen ingenaaid/gebonden boek • a sewn/bound bookde boeken bijhouden/afsluiten/controleren • keep/close/audit the books/accountsaltijd met zijn neus in de boeken zitten • always have one's nose in a book/be at one's bookseen boek over • a book oniets te boek stellen • record somethingeen post te boek stellen/in de boeken inschrijven • book an entry -
3 geluidsband
1 (sound) recording tape, magnetic (recording) tape, audiotape♦voorbeelden: -
4 iets op geluidsband opnemen
iets op geluidsband opnemenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets op geluidsband opnemen
-
5 iets op video zetten
iets op video zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets op video zetten
-
6 iets te boek stellen
iets te boek stellenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets te boek stellen
-
7 iets uit de volksmond optekenen
iets uit de volksmond optekenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets uit de volksmond optekenen
-
8 video
-
9 opnemen
2 [op zich nemen] take on3 [weer opvatten] resume4 [laten afschrijven] withdraw5 [beoordelen] take6 [opvatten] take8 [nauwkeurig opmeten] measure (up)10 [weghalen] take/pull/tear up17 [opvegen] mop/wipe up♦voorbeelden:het vloerkleed opnemen • take up the carpet4 ƒ200,- opnemen • withdraw Dfl200,-een lening opnemen • take out a loaneen snipperdag opnemen • take the/a day offiets goed opnemen • take something wellhoe zou hij het opnemen? • how would he take it?iets hoog opnemen • not take kindly to somethingiets verkeerd opnemen • take something the wrong way7 iets goed opnemen • take a good look at/stock of somethingiemand nauwkeurig opnemen • observe/look at someone closelyiemand onderzoekend opnemen • scrutinize someonescherp/wantrouwend opnemen • eye sharply/keenly/suspiciouslyzij nam hem op van top tot teen • she looked him up and downop de band opnemen • tape, recordop de video opnemen • (video-)recordde tijd opnemen (van) • time a personin de stukken/notulen opnemen • enter in the documents/minutesnieuwe woorden opnemen in een woordenboek • enter new words in a dictionarylaten opnemen in een ziekenhuis • hospitalizeiets niet opnemen • leave out, omiteen clausule in een contract opnemen • insert a clause in a contractin het ziekenhuis opgenomen worden • be admitted to hospitalopnemen in een catalogus • put in a cataloguenamen in een lijst opnemen • include names on a list, list namesopnemen onder de rubriek …/in een rubriek • include under the heading …/in a columniemand als lid in een club opnemen • admit someone as a member of a club15 hij neemt alles heel snel/gemakkelijk op • he's very receptive/quick on the uptakeiets goed in zich opnemen • take something in18 deze spons neemt veel water op • this sponge takes up a lot of water/is very absorbenthet tegen iemand opnemen • take someone onhij kan het tegen iedereen opnemen • he can hold his own against anyonehet tegen anderen moeten opnemen • have to compete against othershet voor iemand/iets opnemen • make a stand for someone/something, speak/stick up for someone/something -
10 zwijgen
zwijgen1〈 het〉1 silence♦voorbeelden:het zwijgen verbreken • break the silence————————zwijgen21 [niet spreken] be silent2 [niet melding maken van] not record/mention, keep silent about3 [geen geluid meer geven] keep silent/still♦voorbeelden:hij bleef zwijgen • he remained silentik kan niet langer zwijgen • I can't keep it to myself any longer〈 figuurlijk〉 niet weten te zwijgen • not know how to keep one's mouth shut, blabde stem van zijn geweten tot zwijgen brengen • silence the voice of one's consciencezwijg! • hold your tongue!, be quiet!om nog te zwijgen van • to say nothing of, not to mentionvan/over iets zwijgen • not record/mention something, keep silent about something -
11 breken
1 [in stukken vaneenscheiden; een breuk doen oplopen] break ⇒ 〈 medicijnen, geneeskunde ook〉 fracture2 [een einde maken aan] break3 [van een geheel scheiden] break♦voorbeelden:vaatwerk/zijn been breken • break crockery, break/fracture one's legiets in tweeën breken • break something in two/in halftovermacht/verzet breken • break a spell/resistance3 er een uurtje uit breken • take an hour's break, break (off) for an hour2 [een doorgang/scheiding forceren] break♦voorbeelden:2 door/uit iets breken • break through/out of something -
12 tijd
1 [als ononderbroken eenheid; tijdsduur] time2 [tijdstip; juiste/geschikte moment] time5 [taalkunde] tense♦voorbeelden:in de helft van de tijd • in half the timein een jaar tijd • (with)in a yearna bepaalde tijd • after some/a time, eventuallygeruime tijd • a considerable time, a good whilede hele tijd • all the time, the whole timeeen hele tijd geleden • quite a while agohet is hoog tijd om te vertrekken • it's high time we leften dat is hoog tijd ook! • and about time too!het is de hoogste tijd! • 〈 in kroeg〉 time, (gentlemen,) please!een tijd lang • for a while/timeik heb haar lange tijd niet gezien • I haven't seen her for/in ages/quite a whileeen lange/korte tijd duren • last a long/short timevoor onbepaalde tijd • indefinitely, for an indefinite periodsedert onheuglijke tijden • since time immemorial〈 sport〉 een scherpe tijd neerzetten • record/run a fast timevrije tijd • spare/free time, time off, leisure (time)waar blijft de tijd? • where's the time gone (to)?het zal mijn tijd wel duren • I won't be around to see ithet duurde een tijdje voor ze eraan gewend was • it was/took a while before/until she got used to itik ben niet aan tijd gebonden • I'm not pressed for timeik geef je vijf seconden de tijd • I'm giving you five secondsje moet jezelf de tijd geven • take your timeiemand de tijd geven/gunnen • give someone timezich de tijd niet gunnen (om) • not take the time (to)heb je even tijd? • have you got a moment/a sec?die tijd heb ik gehad • I'm past that now, I've been through thatgeen/genoeg tijd hebben om … • have no/enough time to …tijd genoeg hebben • have plenty of/enough timede tijd hebben • have timewe hebben hem een tijd niet gezien • we haven't seen him for a/some while/some timewe hebben de tijd aan onszelf • our time is our ownweinig tijd hebben • not have got much time, be pressed for timeje hebt nog 14 dagen de tijd • you've got 14 days lefttijd kosten • take timeals je geen tijd hebt, maak je maar tijd • if you haven't got time, make timede tijd nemen voor iets • take one's time about/over somethingtijd opnemen • record the timeer is geen tijd te verliezen • there's no time to lose/to be lostde tijd verstrijkt • time passesdat was me nog eens een tijd! • what a time that was!, those were the days!mijn tijd zit erop • ±I've done my stintin de baas zijn tijd • during/on the boss's timeuw tijd is om • your time is upbinnen afzienbare tijd • within the foreseeable futurebinnen niet al te lange tijd • (with)in the not too distant future, before (too) longbinnen de kortst mogelijke tijd • in (next to) no timehet heeft in tijden niet zo geregend • it hasn't rained like this for agesmet de tijd breidde de hongersnood zich uit • as time went on the famine spreaddit zal met de tijd wel beter gaan • it'll probably get better in timemet zijn tijd geen raad weten • have time on one's handsna korte tijd lukte het ons om … • we soon managed to …sinds enige tijd • for some time (past)een tijd van 11 seconden • a time of 11 secondshet is maar voor korte tijd • it's only for a short whilevoor de tijd van • for a period ofvorig jaar om dezelfde tijd • (at) the same time last yearde plaatselijke tijd • local timede tijd is rijp om … • the time is ripe to …heeft u de tijd ? • have you got the time?'t is allang tijd geweest • it's long past/ 〈 informeel〉way past/way over timeals de tijd daar is • when the time/day comesde tijd verdrijven/korten/doden • kill timeeindelijk! het werd tijd • at last! it was about time (too)!het wordt tijd dat … • it is (high) time that …〈 pregnant〉 het wordt mijn tijd • I must be off, it's time for me to gobij tijd en wijle • now and again/thenmorgen/gisteren om deze tijd • (about/ Aaround) this time tomorrow/yesterdaytijd om te eten/te slapen • time to eat/to go to bedop vaste tijden • at set/fixed timesnet op tijd • just in timeop tijd • in time 〈om iets te doen/voorkomen〉; on time 〈 volgens een bepaald tijdschema, afspraak e.d.〉de bussen lopen precies op tijd • the buses run to/on time/scheduleruim op tijd • with plenty of time to spareop tijd naar bed gaan • not go to bed latezij is over tijd • she's late with her period, her period's late/overduerond die tijd • around then/that timesinds korte tijd • recently, latelyte allen tijde • at all timeste zijner tijd • in due course, when appropriatetegen die tijd • by that time, by thenten tijde van hun huwelijk • at the time of their marriageten tijde van Hendrik VIII • in the days/time/age of Henry VIIIvan tijd tot tijd • from time to timevan die tijd af • from that time (on/onward(s), (ever), since (that time)een tijd van komen en een tijd van gaan • ±nothing lasts foreverwarm voor de tijd van het jaar • warm for the/this time of yearsterven voor zijn tijd • die before one's time/prematurelyje moet de eerste tijd nog rustig aandoen • to begin with/at first you must take it easyin minder dan geen tijd • in (less than) no timeeen tijdje • a whileveel tijd in beslag nemen • take up a lot of timetijd te kort komen • run out/run short of time3 betere tijden gekend hebben • have known better times/seen better dayseen dure tijd • a time/period when the cost of living is highgoede/slechte tijden • good/bad timesde laatste tijd • lately, recentlyhij heeft een moeilijke tijd gehad • he's been through/had a hard timede goede oude tijd • the good old daysdat is allemaal verleden tijd • that's all in the past/water under the bridgezijn (beste) tijd gehad hebben • be past one's best/prime, have seen better daysdie tijd is geweest/‘voorbij’ • those days are gone/past/overer is een tijd geweest dat … • there was a time when …niet met zijn tijd meegaan • be behind the timesde tijden zijn veranderd • times have changedbij tijden • at times/intervals(goed) bij de tijd zijn • be right up to date, be on the ballin tijden van oorlog • in times of warin deze/onze tijd • in these times, nowadaysin deze tijd van het jaar • at this time of (the) yearin vroeger tijd • in earlier times/the pastmet zijn tijd meegaan • keep up with/move with the timesuit de tijd raken • go/get/become out of date; become outdateddie muziek is uit de tijd • that music is out of date/old-fashioneddat was voor mijn tijd • that was before my time/daydat was voor die tijd heel ongebruikelijk • in/for those days it was most unusualvóór die tijd was het een klooster • it used to be/previously it was a monasteryvóór de tijd van de auto • before the era of the car5 de tegenwoordige/verleden tijd • the present/past tense〈 figuurlijk〉 dat is voltooid verleden tijd • that's over and done with, that's ancient history -
13 plaat
1 [plat/dun stuk] plate 〈 ook kunstgebit〉 ⇒ sheet 〈van dun glas/metaal〉, slab 〈van marmer/steen/beton〉2 [grammofoonplaat] record4 [plaatdrukkerij] plate6 [zandbank] shallow(s)7 [dikke plank] board♦voorbeelden:een glazen plaat • a sheet of glasseen marmeren plaat • a slab of marbleeen stalen plaat • a steel plate2 een plaat draaien/opzetten • put on/play a recordeen plaat uitbrengen • release/bring out a recordop de plaat zetten • recordde plaat poetsen • clear out/off -
14 inspreken
1 [inboezemen] talk (something) into (someone)2 [spreken in] record♦voorbeelden:2 het bandmateriaal is ingesproken door twee Amerikanen • the tape material was recorded by two Americansu kunt nu uw boodschap inspreken • you may leave/record your message now -
15 ongekend
♦voorbeelden:1 de koers bereikte een ongekende hoogte • the exchange rate reached an unprecedented/a record height/a record highiets ongekends • something quite new -
16 orde
1 [regelmatige plaatsing, vastgestelde opeenvolging] order3 [vereniging van personen] order5 [biologie] order6 [religie] order (of priesthood)7 [onderscheiding] order♦voorbeelden:1 tot de orde van de dag overgaan • proceed/pass to the order of the dayvoor de goede orde wijs ik u erop dat … • for the record, I would like to point out to you/remind you that …orde scheppen in de chaos • produce order out of chaosiets aan de orde brengen • raise a matter/question, bring something upaan de orde zijn • be under discussionz'n kleren in orde brengen • straighten out one's clothes, adjust one's dressna de verhuizing waren zij snel weer op orde • they quickly got settled in after their move〈 figuurlijk〉 iemand tot de orde roepen • call someone to order, bring someone into lineverstoring van de openbare orde • disturbance of the peace, disorderly conduct, violation of civil orderde orde bewaren • keep/preserve/maintain orderzij kan goed orde houden • she is good at keeping order/disciplineorde moet er zijn! • we need more law and order!ik ben weer in orde • I'm all right again, I'm fine againdat komt (wel) in orde • 〈 ik zorg ervoor〉 I'll see to it; 〈 het komt wel goed〉 it will turn out all right/OKin orde! • all right!, fine!, OK!het toestel is (niet) in orde • there is nothing/something wrong with the appliance, the appliance is (not) in running/working orderis alles weer in orde tussen jullie? • is everything all right/OK between you two again?orde op zaken stellen • put/set things right; 〈 met betrekking tot eigen zaken〉 put one's affairs in orderin die orde van grootte • of that order (of magnitude)7 iemand een orde verlenen • invest someone with a decoration, decorate someone -
17 van/over iets zwijgen
van/over iets zwijgennot record/mention something, keep silent about somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > van/over iets zwijgen
-
18 vastleggen
2 [met betrekking tot kapitaal] tie up♦voorbeelden:2 zich niet vastleggen op iets, zich nergens op vastleggen • refuse to commit oneself, leave one's options open; 〈 zich vrijblijvend opstellen〉 be non-committal3 iets schriftelijk vastleggen • put something down in writing, commit something to paperin de grondwet vastgelegd • laid down in the constitution -
19 aankondigen
1 announce♦voorbeelden:een huwelijk/sterfgeval aankondigen • announce a marriage/deathde volgende plaat aankondigen • announce/introduce the next recordaankondigen iets te zullen doen • announce that one will do something -
20 aantekening houden van iets
aantekening houden van ietskeep a note/a record of somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aantekening houden van iets
- 1
- 2
См. также в других словарях:
record — re·cord 1 /ri kȯrd/ vt 1: to put in a record 2: to deposit or otherwise cause to be registered in the appropriate office as a record and notice of a title or interest in property record a deed record a mortgage see also recording act … Law dictionary
record — [ri kôrd′; ] for n. & adj. [ rek′ərd] vt. [ME recorden, to report, repeat (also, to sing, practice a tune, warble) < OFr recorder, to recount, recite, repeat < L recordari, to call to mind, remember < re , again + cor (gen. cordis), mind … English World dictionary
record — ♦ records, recording, recorded (The noun is pronounced [[t]re̱kɔː(r)d, AM kərd[/t]]u>. The verb is pronounced [[t]rɪkɔ͟ː(r)d[/t]]u>.) 1) N COUNT If you keep a record of something, you keep a written account or photographs of it so that it… … English dictionary
record — recordable, adj. recordless, adj. v. /ri kawrd /; n., adj. /rek euhrd/, v.t. 1. to set down in writing or the like, as for the purpose of preserving evidence. 2. to cause to be set down or registered: to record one s vote. 3. to state or indicate … Universalium
record — I. verb Etymology: Middle English, literally, to recall, from Anglo French recorder, from Latin recordari, from re + cord , cor heart more at heart Date: 14th century transitive verb 1. a. (1) to set down in writing ; furnish written evidence of … New Collegiate Dictionary
record — re•cord v. [[t]rɪˈkɔrd[/t]] n., adj. [[t]ˈrɛk ərd[/t]] v. t. 1) to set down in writing or the like, as for the purpose of preserving evidence 2) to cause to be set down or registered: to record one s vote[/ex] 3) to state or indicate, so as to be … From formal English to slang
record — verb (t) /rəˈkɔd / (say ruh kawd) 1. to set down in writing or the like, as for the purpose of preserving evidence. 2. to cause to be set down or registered: to record one s vote. 3. to indicate or state: they recorded a protest by sitting down… …
record — [13] To record something is etymologically to commit it to one’s ‘heart’. The word comes via Old French recorder from Latin recordārī ‘go over in one’s mind, ponder, remember’. This was a compound verb based on Latin cor ‘heart’ (source of… … The Hutchinson dictionary of word origins
record — [13] To record something is etymologically to commit it to one’s ‘heart’. The word comes via Old French recorder from Latin recordārī ‘go over in one’s mind, ponder, remember’. This was a compound verb based on Latin cor ‘heart’ (source of… … Word origins
Something for Everybody (Devo album) — Something for Everybody Studio album by Devo Released … Wikipedia
Something Kinda Ooooh — «Something Kinda Ooooh» Сингл … Википедия